top of page
Zoeken

Siham Boukhlal: 'Klinisch neuropsychologe, docent en straffe madame on the side!'

‘De eerste Vlaamse klinisch neuropsychologe in België met Marokkaanse roots’, een titel die Siham Boukhlal trots op haar naam heeft staan. Na een vooropleiding in Toegepaste Psychologie gevolgd te hebben aan Thomas More Antwerpen, gevolgd door een masteropleiding in Klinische Psychologie aan Vrije Universiteit Brussel, rondde zij haar specialisatie-opleiding binnen Klinische Neuropsychologie af in 2019. Met een hart voor de ontwikkeling van het kind en gespecialiseerd in de werking van de hersenen, ligt de expertise van deze jongedame voornamelijk in de diagnostiek en begeleiding van kinderen, jongeren en jongvolwassenen.


Aan de hand van dit interview werpt Siham een blik in het professionele leven van een neuropsychologe, geeft ze haar bedenkingen over de zorgsector en reikt ze tenslotte enkele nuttige tips & tricks omtrent zelfzorg aan.

Kan jij misschien even kort toelichten waar jij je als psychologe zoal mee bezig houdt?

Als neuropsychologe ben ik zelf voornamelijk gespecialiseerd in de diagnostiek en begeleiding van kinderen, jongeren en jongvolwassen. Mijn sterkste expertise ligt toch binnen de diagnostiek van de aandacht-, leer- en ontwikkelingsstoornissen. Dit doe ik enorm graag: alles van a tot z analyseren en onderzoeken.


Momenteel ben ik werkende in Antwerpen en ben ik hiernaast verbonden aan VISTA, een multidisciplinair centrum in Londerzeel. Naast de diagnostiek bij kinderen, jongeren en jongvolwassenen, begeleid ik ook volwassenen. Mijn job in de praktijk combineer ik met het deeltijds werken in het hoger onderwijs. Zo ben ik stagesupervisor, onderzoeker en docent aan de Thomas More Hogeschool binnen de opleiding Toegepaste Psychologie.


Dat is wel een toffe combinatie, het werken aan een onderwijsinstelling en het effectief staan in de praktijk.

Een super fijne combinatie inderdaad, waar je eveneens zoveel voldoening uit krijgt. Enerzijds heb je de cliënten in de praktijk die je begeleidt en ondersteunt. En anderzijds geef je de inzichten en ervaringen die je in de praktijk opdoet weer door aan de volgende generatie zorgverleners. Zeg maar "the best of both worlds"!


Niet iedereen is even bekend met wat de term ‘diagnostiek’ inhoudt, kan jij misschien een korte schets geven van hoe zo’n diagnostisch proces er bij jou uitziet?

In eerste instantie melden ouders zich aan met een bepaalde hulpvraag en deze ga ik dan volledig verkennen en onderzoeken. Soms zijn de vragen zeer specifiek: bv. de vraag naar ADHD-onderzoek, of de verkenning en begeleiding van andere huidige moeilijkheden, bv. faalangst, laag zelfbeeld, etc. Hiernaast komt het ook voor dat ouders zich aanmelden met de handen in het haar. Met een onderliggend buikgevoel dat er iets gaande is, maar zelf niet weten wat het kind nodig heeft of niet weten welke stappen zij dienen te zetten betreffende de juiste ondersteuning. Ik verken dan met hen de huidige moeilijkheden en bezorgdheden. Daarbij exploreer ik de hele levensloop van het kind: van de zwangerschap tot het heden. Er wordt vervolgens een heel onderzoeksplan opgesteld, hiervoor werk ik samen met andere disciplines, bv. kinderpsychiaters, kinderneurologen, logopedisten of kinesisten. Nadien bespreek ik de resultaten en bevindingen met de ouders en tenslotte wordt er nog een behandelplan opgesteld. De verdere diagnosestelling en indien nodig de verdere medische opvolging gebeurt door de artsen.


Wekelijks ontmoet jij ouders die een diagnose te horen krijgen bij hun kind. Hoe is het voor ouders om dit nieuws te plaatsen?

Goh.. Bij veel ouders zie je toch dat hun vermoedens bevestigd worden. Er is dan een zekere rust bij hen aanwezig, aangezien ze eindelijk een antwoord krijgen op hun vragen. Ze kunnen dan verder en de nodige begeleiding kan opgestart worden. Het komt ook wel eens voor dat de diagnosestelling heel zwaar verloopt voor de ouders. Dan krijg je wel eens reacties als: ‘Mijn kind was gewoon verlegen’, ‘Mijn kind was gewoon moe’, etc. Gelukkig komt dit niet veel voor, maar dat is soms een moeilijke muur waar ik door moet. Tegelijkertijd breekt dat toch ook wel ergens jouw hart. Zo maakte ik al enkele malen mee dat een moeder volledig instortte nadat ze te horen kreeg dat er bij haar kind sprake was van autisme. Het is niet makkelijk om deze nieuwe info te plaatsen.


Gedurende adviesgesprekken met de ouders benadruk ik altijd de sterktes van het kind en zijn/haar mogelijkheden in de toekomst. Er kunnen zoveel mooie zaken gebeuren met het kind. Zij hebben zeer vaak ook knappe sterktes die anderen weer niet hebben. Zo heeft bijvoorbeeld een kindje met autisme een andere manier van kijken naar de wereld en deze andere kijk is vaak zeer mooi. Of een kind met ADHD is dan weer zeer energiek, enthousiast en creatief. De beste voetballers en artiesten hebben ADHD!


'Zij hebben zeer vaak ook knappe sterktes die anderen weer niet hebben'


Wat is dan je manier van aanpak om de acceptatie bij de ouders toch te waarborgen?

Na mijn onderzoek doe ik mijn adviesgesprek steeds zeer uitgebreid, de prestaties van het kind leg ik daarbij zeer gedetailleerd uit. Ik leg linken met enerzijds informatie uit de voorgeschiedenis van het kind en anderzijds informatie komende van de school en vragenlijsten. Zodat als ik eenmaal mijn conclusie trek, het voor de ouders geen grote verrassing meer vormt. Dan komt dat ook minder hard aan. Wat ik heel erg zie terugkomen bij autisme-onderzoeken, is dat ouders het vaak al weten, maar dat het alsnog moeilijk blijft. Na mijn adviesgesprek heeft het gezin nog een vervolgafspraak bij de kinderpsychiater of –neuroloog en tegen dan hebben ze de kans gekregen om het nieuws al wat te laten bezinken, alsook om mijn verslag na te lezen. Dan kunnen ze eventueel hun bijkomende vragen nog verder bespreken met de arts. Uiteraard zijn de ouders nadien nog altijd welkom bij mij indien nodig. Mijn deur staat altijd open.


Wat eenmaal na de diagnose? Krijgen ouders na de diagnose voldoende hulp en begeleiding in de zorgsector volgens jou?

Het komt wel regelmatig voor dat ouders bij mij aankloppen nadat andere instanties een reeks onderzoeken hebben verricht bij hun kind. Ze kregen dan wel effectief een terugkoppeling, maar vaak door bijvoorbeeld een taalbarrière hebben de ouders de essentie toch niet volledig begrepen. In feite weten ze eigenlijk niet wat er is gebeurd binnen het onderzoek. Ze weten vaak ook niet hoe ze nu met al die testresultaten verder moeten.


Ben jij dan wel iemand die de ouders meeneemt in een vervolgverhaal na de diagnose?

Ik geef zelf wel veel aandacht aan het vervolgverhaal. Zo probeer ik ten alle kosten te voorkomen dat ouders de consultatie buitenstappen met een ‘Okay, ja mijn kind heeft diagnose x, maar wat nu?’- gevoel. Het is een én-én verhaal, de diagnostiek enerzijds en de juiste opvolging, de juiste ondersteuning en de nodige adviezen anderzijds. In onze praktijk komt het tevens zeer vaak voor dat het kind bij mij of een collega in verdere begeleiding gaat. Zo blijven wij alles nog wat verder opvolgen en is er nog steeds contact met de ouders. Hiernaast heb ik regelmatig overleg met scholen om te bekijken wat de mogelijkheden zijn betreffende de verdere zorg en ondersteuning op school, en hoe wij elkaar goed kunnen aanvullen in de begeleiding.


'Het is een én-én verhaal, de diagnostiek enerzijds en de juiste opvolging, de juiste ondersteuning en de nodige adviezen anderzijds'


Gaan ouders altijd mee in het advies dat je hen geeft?

Meestal wel. Het komt wel eens voor dat ouders er toch voor kiezen om adviezen niet op te volgen, hoewel ik deze adviezen in overleg met andere collega’s, steeds goed overwogen, met veel zorg, tijd en werk opstel. Dat is dan eerlijk gezegd soms moeilijk om los te laten. Je zit dan met de gedachte dat het gegeven advies toch het beste voor had met het kind en dat dit wel jammer is. Uiteindelijk moet je het toch gewoon loslaten en dan zeg je tegen jezelf: ‘Weet je, je hebt gedaan wat je kon. Hopelijk draaien de ouders nog bij, maar de eindbeslissing ligt ten slotte toch nog steeds bij hen’. Het gebeurt namelijk weleens dat ouders na enige tijd toch besluiten om bepaalde adviezen op te volgen.


Voor dat vervolgverhaal moeten ouders vaak samenwerken met de school en andere partners zoals het CLB. Is het onderwijs een moeilijke gesprekspartner voor ouders?

Vaak merk ik toch wel een onterecht wantrouwen van ouders naar het CLB en de school toe. Ze voelen zich in de steek gelaten of hebben de angst dat het CLB en de school hun kind naar het buitengewoon onderwijs willen doorverwijzen. Echter zie ik zelf vaak na een overleg dat er wel degelijk stappen zijn gezet in de ondersteuning binnen de school, maar dat de communicatie hierover stroef liep, o.a. omwille van een taalbarrière. Ik voel mij hierdoor heel vaak een brugfiguur. Het is dan ook steeds zeer fijn om te zien als een medewerker binnen het CLB-team ook Arabisch spreekt bijvoorbeeld. Dan zie je dat het toch vaak anders en beter loopt.


Wat ik tevens heel vaak zie terugkomen is de bezorgdheid van de ouders omtrent een advisering richting het buitengewoon onderwijs. Terwijl dat dit type onderwijs vaak niet klopt met het beeld dat zij ervan hebben en in sommige gevallen zelfs niet definitief hoeft te zijn. Twee jaartjes basisaanbod en misschien kan het kind nadien terug instromen in het ‘gewoon’ onderwijs. Of een ander scenario: het kind is gelukkig en voelt zich op zijn plaats en kan zo zijn sterktes in de verf zetten en openbloeien tot een kind met bepaalde talenten. Globaal merk ik dat bij ouders heel veel informatie ontbreekt en er een gebrek is aan kennis over alternatieve trajecten, zowel binnen het regulier onderwijs als erbuiten. Een goede communicatie zou kunnen leiden tot een vlotte informatie-overdracht en dit op zijn beurt tot een stijging in vertrouwen.


'Ik voel mij heel vaak een brugfiguur'


Je bent als psychologe al sinds verschillende jaren werkende in de zorgsector. Gedurende deze tijd moet je toch al tegen wat frustraties of struikelblokken zijn aangelopen, betreffende onze zorgsector?

Zeker en vast. Het terugbetalingssysteem van psychologen in België is echt niet wat het hoort te zijn. Zo krijgen gezinnen, ook kansarme gezinnen, nauwelijks iets terugbetaald afhankelijk van de mutualiteit waarbij ze zijn aangesloten. Je komt zo vaak in contact met mensen die echt nood hebben aan die psychologische begeleiding, maar hier spijtig genoeg niet de juiste financiële middelen voor hebben. Het OCMW komt ook niet altijd tussen in de betaling van psychologische consultaties. In zo’n situaties voel je je dan ook echt machteloos.


Dat zou voor mij een utopische wereld zijn: dat ouders niet hoeven wakker te liggen over de betaling van de nodige onderzoeken en begeleidingen van hun kind. Deze ouders hebben namelijk al genoeg andere zorgen aan hun hoofd. Het is ook werkelijk hartverscheurend om te zien, want het is een kind, een volwassenen, kortom een mens die zorg nodig heeft. En door bepaalde levensstandaarden kan die zorg gewoon niet verkregen worden. Dat is toch echt iets dat niet kan, dat zou een basis mensenrecht moeten zijn.


'Dat zou voor mij een utopische wereld zijn: dat ouders niet hoeven wakker te liggen over de betaling van de nodige onderzoeken en begeleidingen van hun kind'


Indien je met je magisch toverstokje kon zwaaien, hoe zou jouw ideale wereld er dan uitzien?

Gratis psychologische opvolging en begeleiding voor iedereen! Elke mens heeft dat nodig en eigenlijk zou elke persoon gewoon eens in therapie moeten gaan. Dat is een stuk zelfzorg. Zeker in deze moeilijke Covid-tijden. In mijn ideale wereld zouden eveneens meer hulpverleners meertalig zijn. De taal en communicatie binnen onze huidige zorgsector is toch vaak één groot probleem.


Je bent toch wel een straffe madam: als succesvolle neuropsychologe aan de slag op twee locaties met daarbovenop enkele jaren ervaring in het bedrijfsleven, niet veel doen het je toch na. Valt je drukke baan ook te combineren met een privéleven?

Nu kan ik misschien overkomen als iemand die continu aan de slag is en enkel bezig is met haar job, maar ik kan je verzekeren dat dit absoluut niet het geval is. (lacht) Voor mij is het zeer belangrijk om ook een leven naast mijn job te hebben. Ook naar zelfzorg toe is fulltime werken, werken, werken gewoonweg niet gezond. Geef mij maar gewoon mijn Disney Plus, Netflix-avondjes of de warme samenkomsten met mijn familie.


Eerlijk gezegd is het ook nooit mijn plan geweest om dit alles na te streven. Ik ben nooit een carrièrevrouw geweest. Gedurende mijn (studie)loopbaan deed ik steeds mijn eigen ding. Stapje voor stapje. Iedere keer kwam er dan toch iets nieuws op mijn pad en dacht ik: ‘Weet je, we zullen dat eens proberen en dan zien we wel’. Zo ben ik eerst begonnen aan de Thomas More Hogeschool, ben dan doorgestroomd naar de VUB, heb toen anderhalf jaar in het bedrijfsleven gewerkt om zo uiteindelijk mezelf toch kandidaat te stellen voor de specialisatie tot neuropsycholoog. And the rest is history, zeg maar. Ik ben wel zeer dankbaar voor de kansen die ik heb gekregen. Ik hoop dat ik anderen kan inspireren om zeker voor hun dromen te gaan en zich niet te laten tegenhouden door twijfels en onzekerheden. In ons vakgebied is er een grote nood aan hulpverleners met een andere etnisch-culturele achtergrond. Er is een mooie groei qua aantal ten opzichte van vroeger, maar dit mag nog steeds blijven groeien.


'Ik hoop dat ik anderen kan inspireren om zeker voor hun dromen te gaan en zich niet te laten tegenhouden door twijfels en onzekerheden'


Binnen Senzo zetten we sterk in op het waarborgen van de eigen zelfzorg. Een boodschap die we steeds meegeven aan onze ouders met een zorgenkindje. Kan jij als psycholoog eventueel enkele nuttige tips opgeven die de draagkracht van ouders zouden kunnen versterken?

  • PRAAT! PRAAT MET ANDEREN! PRAAT MET IEMAND!

Praat met iemand als het even tegenzit. Durf te ventileren en durf je verhaal te delen. Meer dan eens herken je jouw eigen zorgen en moeilijkheden in het verhaal van een andere moeder. Zo weet je dat je er niet alleen voor staat.

  • MOET IK DAT NU DOEN?

Een zin die een goede vriendin en collega-psycholoog (Fatima El Herbouti, Be In Flow) mij heeft aangeleerd tijdens haar workshop en die ik ook heel vaak aan cliënten meegeef: ‘Moet ik dat nu doen?’

MOET het of mag het? Moet IK het doen of kan iemand anders de taak overnemen? Moet het NU gebeuren of kan ik het inplannen op een ander moment? MOET IK DAT NU DOEN: simple but effective.

  • WEES MILD EN AARDIG VOOR JEZELF

Moeders voelen zich al heel snel een slechte ouder als er eens iets onvermijdelijk misloopt. Ik hoor als psycholoog dan ook vaak: "Ik heb gefaald, want mijn moeder kon dat wel allemaal verwezenlijken". Vergeet ook niet wat voor druk er tegenwoordig ligt op onze maatschappij. Daarnaast ga je mij toch niet wijsmaken dat onze ouders ook nooit fouten hebben gemaakt. (lacht)

  • JE KAN NIET VOOR IEMAND ZORGEN ALS JE NIET VOOR JEZELF ZORGT

Maar de voornaamste boodschap die ik wil meegeven aan eender wie (ouders, hupverleners, leerkrachten, cliënten, …): 'Je kan niet voor iemand zorgen zolang je niet voor jezelf zorgt'. Je wil heel veel geven, maar je moet ook eerst je batterijen opladen om te kunnen geven. Als moeder heb je vaak de handen meer dan vol met de zorg voor de ander. Maar laat ook eens voor jou zorgen als je voelt dat het even niet meer gaat.


Een interview van Leila Missaoui


Wil je meer info of heb je nog vragen?




3.301 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

コメント


bottom of page